Puruṣa पुरुष

पुरु - Pur = stad
- Sheta = wonen, leven, bestaan

Puruṣa = het pure bewustzijn dat bestaat, leeft en verblijft in de stad van de zintuigen. Het hele lichaam is als een stad van zintuigen. Puruṣa is het universele principe dat onveranderlijk, niet veroorzaakt en overal aanwezig is. Puruṣa is de getuige waarin alles plaatsvindt. De ruimte waarin alles verschijnt en verdwijnt. Het getuigenbewustzijn. De abstracte essentie van het Zelf, de Geest en het Universele Principe dat eeuwig, onverwoestbaar, vormloos en allesomvattend is. Het is afstandelijk en gaat subject en object te boven. Puruṣa is gewoon “zijn”. De geest voorbij de stoffelijke werkelijkheid.

Prakṛti –प्रकृति
kṛti = productie
Materiële realiteit. Prakṛti = creatie. Het is de natuur in al haar aspecten. Alles dat verandert. Het volgt de wetten van oorzaak en gevolg. Scheppende kracht. Moeder aarde met al haar wetmatigheden. Het dynamische spel van de elementen. Prakṛti is verantwoordelijk voor de illusie en het gevoel van dualiteit.

Parapuruṣa परपुरुष
Dit is het zelfdeel dat altijd bezig is. Het we moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen opstaan en weer doorgaan deel. De onrust waardoor de rustige stille achtergrond overschaduwd wordt. De onrustige bovenstroom waardoor je de diepere rustige onderkant niet ziet.

Klokkenmaker
In een dualistische levensbeschouwing wordt dat wat schept en dat wat geschapen is als twee afzonderlijke elementen gezien. In beeldspraak zou je kunnen zeggen dat een klokkenmaker niet de klok zelf is. De klokkenmaker is buiten de klok. Een andere manier van beschouwen is dat de scheppende energie een onderdeel is van dat wat geschapen is. Er is geen poppenspeler die aan de touwtjes trekt. Het web heeft geen wever.

Verlangen naar vrijheid en eenheid
Vanwege de aanwezigheid van prakṛti wordt puruṣa aangetrokken tot de natuur op de manier waarop een kat wordt aangetrokken door een muis. Hij kan het niet helpen en gaat er naar toe. En dan gebeurt de ramp. Puruṣa raakt opgesloten in prakṛti. Hiermee wordt bedoeld dat je jezelf opsluit in allerlei denkbeelden (die vaak niet zijn onderzocht) en hierdoor niet meer gewoon kunt “zijn”. Hierdoor begint het worstelen om het vrijheidsgevoel, zorgeloos en ongebonden zijn terug te krijgen.

Vogels in de boom
Er zijn twee vogels in een boom. Het onderste vogeltje is druk bezig. Het verzamelt takjes om een nestje te bouwen, springt van tak naar tak, eet vruchtjes. Het komt nooit tot rust. Het bovenste vogeltje kijkt alleen maar en doet verder niets. Heeft er geen mening of oordeel over. Het actieve “yang” vogeltje is de parapuruṣa en het passieve “yin” vogeltje is de puruṣa. In meditatie (of als je aan het afwassen of op de bus aan het wachten bent bijv.) kun je verschuiven van het onderste naar het bovenste vogeltje. Zijn zonder doen.

De danseres en het publiek
Er staat een danseres op een podium die haar danskunsten laat zien. Er is publiek die er naar kijkt. De danseres staat voor de parapuruṣa en het publiek staat voor de Puruṣa. Zonder publiek heeft de danseres niemand om voor te dansen. Zonder danseres heeft het publiek niets om naar te kijken. Het is samen aanwezig.

Identificatie
Als je een spannend boek leest of een mooie film ziet vereenzelf je jezelf vaak met een van de personen van het verhaal. Als het verhaal voorbij is raak je er weer van los. De puruṣa identificeert zich op die manier met het verhaal waarin wij zitten. In een diepe slaap zonder droom is dit even verdwenen totdat je een droom hebt of wakker wordt.

Back to top