Bodhidharma 達摩
Er zijn allerlei geromantiseerde verhalen van belangrijke personen en heiligen die in het verleden hebben geleefd. Zo zijn er ook allemaal verhalen over Bodhidharma (Indiase naam) of Daruma Daishi (Japanse naam) of Ta Mo (Chinese naam). Het was een Indiase en Boeddhistische leermeester (5e-6e eeuw na Chr). Hij nam allerlei kennis en technieken van India mee naar China. Twee belangrijke klassieke teksten over oefeningen zijn de Yì Jīn Jīng en de Xǐ Suǐ Jīng.

Yì Jīn Jīng
– Yì – verandering, transformeren, omvormen
– Jīn – pezen
– Jīng – klassiek werk

SJīng
= reinigen,wassen
髓 - S
uǐ = merg     (Gu Sui = beenmerg) (Nao Sui = hersenmerg)
Jīng = klassiek werk

Shaolin monniken
Volgens een legende zou de Indiase kennis en technieken over de Yì Jīn Jīng en de Xǐ Suǐ Jīng door Bodhidharma naar het Shaolin-klooster gebracht zijn. Jaren nadat hij overleden was hebben ze teksten over deze technieken gevonden in zijn graf (of in de muren van de tempel) jaren nadat hij was vertrokken (of stierf).

Gehecht aan vermogens
De Shaolin monniken zijn aan de slag gegaan met de oefeningen die ze vonden in het document. Helaas miste ze door twee belangrijke redenen de essentie. In de eerste plaats werden ze egoistisch omdat ze erg gehecht raakten aan de vermogens die ze er door kregen. Ten tweede waren ze niet goed in staat om de Indiase taal waarin het geschreven was te ontcijferen. Spiritueel op een hoger level komen raakte op de achtergrond. De Shaolin-monniken hebben enige bekendheid verworven door hun vechtvaardigheden. Dit manuscript heeft daar een rol in gespeeld.

Pramati
Bodhidharma kwam oorspronkelijk uit India. Hierdoor waren beide documenten volgens de mythologie geschreven in een Indiase taal. Daarom werd het document niet goed begrepen door de monniken van de tempel. Volgens een van de oude verhalen besloot een monnik dat de tekst meer waardevolle kennis moest bevatten dan alleen maar vechttechnieken. Hij ging op bedevaart met een kopie van de tekst om iemand te vinden die de diepere betekenis van de tekst voor hem kon vertalen. Hij ontmoette uiteindelijk in de provincie Szechwan een Indiase priester met als naam Pramati. Deze bestudeerde de tekst en legde uit dat de inhoud van de tekst buitengewoon complex was en zijn vermogen om het volledig te vertalen te boven ging. Hij leverde niettemin toch een gedeeltelijke vertaling. De monnik deed de oefeningen van de vertaling en ontdekte binnen een jaar oefenen dat zijn lichaam stevig en sterk was geworden.


Dit betekent veranderen. Daarmee wordt het omvormen van het lichaam bedoeld. Omvormen om het lichaam functioneler te maken op de drie terreinen van de oefeningen.
(Niet verwarren met Yì wat intentie of gerichte aandacht betekent)

  1. Gevechtskunst – betere technieken, minder kwetsbaar
  2. Gezondheid – vitaler, steviger, minder blessures, veroudering tegen gaan
  3. Spiritueel - innerlijke groei, helder bewustzijn, evenwichtig

Jīn – pezen
Voor het gemak wordt Jīn vertaald als pezen. Maar eigenlijk klopt dit niet helemaal. Het gaat over al het bindweefsel inclusief vliezen, kraakbeen etc. Dat wat elastisch is en de boel met elkaar verbindt. Als je een sinaasappel doorsnijdt en uitperst zie je allemaal vliesverbindingen in de sinaasappel. Wij hangen van binnen ook met vliezen aan elkaar vast. Rondom een bot, spier, pees, zenuwdraadje, bloedvat, lymfevat, een orgaan etc. Alles is ingewikkeld met vliezen die in elkaar doorlopen. Zo is er een web van losmazig bindweefsel in ons. In de vliezen zijn bindweefselstrengen, een netwerk van elastinevezels en collageenvezels. Het hele weefsel is zacht en beweeglijk.

Hout – Mù
In de 5 elementenleer horen de pezen (lees bindweefsel) bij element hout. Het is de fase die energie opbouwt voordat deze aan zijn hoogtepunt komt (vuur). Denk aan de lente en de kindertijd. Dit hoort allemaal bij het hout element. Je kunt het hout element van de pezen vergelijken met bamboe. Niet een dood stukje hout wat je in het tuincentrum koopt maar bamboe zoals je die vindt in de subtropische gebieden van Azië. Het is sterk en flexibel tegelijk. Je kunt bamboe alle kanten opbuigen en het zal elastisch meegeven zonder te breken. Het gaat over het gedeelte wat tussen de knokkels van de bamboestok zit. Vergelijk maar met het lichaam, tussen de harde structuren in.

Huang
In je lichaam zijn harde harde en zachte structuren. De Huang vult de lege ruimtes tussen de structuren in. Het zwembadje waar de stevige structuren in ligt. De Huang is het losmazig bindweefsel samen met het watervolume en opvulweefsel wat voor elasticiteit zorgt. De botten met de zachtere structuren die er aan vast zitten maken daar een onderdeel van uit. De vliezen rondom vastere structuren maken er een onderdeel van uit. Tussen alle grote dikke spierkabels is Huang aanwezig. De Huang is een verzamelplaats en uitwisselingsplaats van Qi. In de traditionele Chinese Geneeskunde zou je kunnen zeggen dat het een onderdeel van de driewarmer is.

Transformatie
Qi transformeert de Huang. De Huang transformeert de pezen (lees bindweefsel). De zachte (meer met water gevulde) en de iets hardere structuren die iets droger zijn. Dus als je “pees” leest neem dit dan niet te letterlijk. Tussen bijv. de spierkabels zit Huang. Hierin zit Yin Qi (voeden, bevochtigen, tot rust brengen) en Yang Qi (bewegen, verwarmen, beschermen). In de Huang vind je ook YuanQi. Dit is het opstartvonkje waardoor een proces begint. Huang zorgt voor elasticiteit dus meegeven terwijl spieren juist samen trekken. Als er ergens een collaps is dan is de Huang niet gevuld. Huang = bindweefsel + watervulling = verbinding met de rest. In het water zijn de communicatiestofjes van de microcirculatie. Daarom heeft het effect op allerlei delen in het lichaam. Hoe meer Huang je opbouwt hoe meer Qi je creëert.

Het openen van de kanalen
Huang is een belangrijk onderdeel van de Qi dynamica. De uitwisseling tussen de harde en de zachte weefselstructuren. Als je de Huang opbouwt ben je het lichaam aan het vullen met volume. Dit zorgt voor het openen omdat de ruimtes worden gevuld. Het lijkt wel of je opgeblazen wordt met een zachte uitzetting. Het gebied tussen bot en vlees is een stukje Huang wat je open trekt. Van Yang naar Yin zou je het proces kunnen vergelijken met een buis. Aan de ene kant is de buis hol, open. Aan de andere kant een ingedikte dichtheid en hardheid. Huang is aan de ene kant van de buis. Bot is aan de andere kant van de buis. De spieren zitten er tussenin. Huang beweegt door alle weefsellagen heen. Als Qi vrij komt en de kanalen binnen stroomt reageren de organen hier op. De gezondheid van lichaam en geest is afhankelijk van de Qi dynamica.

Bot omhoog + vlees omlaag
Mee geven met de zwaarte kracht, spieren laten hangen zorgt voor het loslaten van de samentrekking. Je vlees aan de botten laten hangen trekt de structuren tussen bot en vlees open zodat ze zich goed kunnen vullen met Huang. Als de botten juist op elkaar klikken (legoblokjes structuur) dan zorg je ervoor dat ze niet in elkaar gedrukt worden. Gesloten gewrichten blokkeren de Qi stroom. Bot omlaag = stagnatie. Zinken laat opdrijven. Gebruik geen spierkracht maar Qi.

Fysiek volgt de intentie. Aandacht stuurt de Qi. Mindset. Gevuld.

Opbouwen + bewegen van Qi

  1. Spieren opbouwen in jeugd en middelbare leeftijd daarna afbouwen. Tijdelijk. Leeftijd afhankelijk.
  2. Pezen betere kwaliteit opbouwen. Qi stagnatie als er overontwikkeling is.
  3. Huang = vloeistof beweging is zacht en gevuld. Geen spierkracht maar Qi.

Yoga, Qigong en Taijiquan is niet alleen maar fysiek zoals gymnastiekoefeningen denk aan fitness of earobics. Het eerste verschil is dat je oefent met je lichaam en je geest. Het tweede verschil is dat er een filosofische wijsheid onder zit. Het derde verschil is dat het een energetica heeft. Het richt zich op de stroom van energie (Qi, Ki, Prana) in onze lichaam/geest dynamica.

Als de Qi stroom wordt belemmerd komt er op een bepaalde plek teveel of te weinig energie. Te slappe (te Yin) of te gespannen (te yang) spieren. Verkeerde uitlijning van de botten/gewrichten (legoblokjesstructuur). Een slechte gewichtsverdeling. Allerlei verwijzingen naar een lichaam die uit evenwicht is. Hierdoor is het lastig om te aarden en verbinding met je onderbuik te hebben. Als de energie hoog blokkeert ontstaat er een oppervlakkige ademhaling met alle nadelige gevolgen die dat met zich mee neemt.

Geblokkeerde Qi in de meridianen beïnvloedt nadelig de organen. Dit geeft weer problemen in de fysiologische processen in het lichaam bijvoorbeeld een ontregelde stofwisseling.

Qigong, Yoga en Taijiquan oefeningen stimuleren de Qistroom door de kanalen. Daarom wordt er ook wel gezegd dat door de oefeningen de kanalen wordt uitgebaggerd. Vergelijk dit maar met een rivier waar slibafzettingen zich na verloop van tijd zich ophopen en hierdoor de vrije stroom van het water wordt belemmerd.

De wervelkolom als leverancier van Yang (Dumo = zee van Yang) wordt naar alle kanten bewogen. Voorover, achterover, zijwaarts, roteren. Dat wat aan de wervelkolom vast zit beweegt mee zo ook alle vliesverbindingen welke een belangrijke rol spelen in de communicatie van het lichaam.

Veel oefeningen werken in op de fascia. Dit is het bindweefsel dat een vlies vormt tussen of rond spieren, spiergroepen, botten, gewrichten en lichaamsholtes. Dit is het weefsel wat de verschillende structuren in het lichaam samenbindt. Het werkt samen om spierkracht en botondersteuning en structuur in je lichaam voort te brengen.

Belast strekken = door het samentrekken van de ene spier wordt de spier die het omgekeerde doet (antagonist) uitgerekt. De spier die samentrekt trekt de andere spier in lengte.

Losgelaten rekken = meegeven door bijvoorbeeld je gewicht op weerstand de laten drijven. De zwaartekracht doet het werk. Dit doet veel meer met de fascia. Het lichaam blijft open en wordt niet vastgezet. Dit doe je bijvoorbeeld bij Yoga.

Dynamisch rekken = Een dynamische afwisseling tussen aanspannen en loslaten door een doorgaande beweging. Er zijn veel wringachtige draaibewegingen waardoor er druk wordt opgebouwd en weer wordt losgelaten. Dit doen wij vooral in de Dao Yin en in de Flow Yoga.

De bewegingen van Yì Jīn Jīng

1                    韦驮献杵第一势- wéi tuó xiàn chǔ dì yī shì

Wei Tuo biedt de vijzel aan: eerste positie

2                    韦驮献杵第二势 - wéi tuó xiàn chǔ dì èr shì
Wei Tuo biedt de vijzel aan: tweede positie

3                    韦驮献杵第三势 - wéi tuó xiàn chǔ dì sān shì
Wei Tuo biedt de vijzel aan: derde positie

4                    摘星换斗势- zhāi xīng huàn dǒu shì
Links en rechts een ster plukken

5                    倒拽九牛尾- dǎo zhuài jiǔ niú wěi shì
Negen koeien aan de staart trekken

6                    出爪亮翅- chū zhǎo liàng chì shì
Klauwen en vleugels tonen

7                    九鬼拔马刀势 - jiǔ guǐ bá mǎ dāo shì
Negen geesten trekken hun zwaard

8                    盘落地势- sān pán luò dì shì
Drie borden vallen op de grond

9                    龙探爪势- qīng lóng tàn zhǎo shì
De groene draak toont zijn klauwen

10                卧虎扑食- wò hǔ pū shí shì
De tijger bespringt zijn prooi

11                打躬- dǎ gōng shì
Een diepe buiging maken

12                掉尾- diào wěi shì
Met de staart zwaaien

Back to top